Einde inhoudsopgave
Wet bescherming persoonsgegevens BES
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
27-10-2011, Stb. 2011, 500 (uitgifte: 08-11-2011, kamerstukken: 32863)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2011, Stb. 2011, 500 (uitgifte: 12-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
1.
Indien een beslissing als bedoeld in artikel 37 is genomen door een ander dan een bestuursorgaan, kan de belanghebbende zich tot het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wenden met het schriftelijk verzoek, de verantwoordelijke te bevelen alsnog een verzoek als bedoeld in de artikelen 27, 28 en 30, tweede lid, toe of af te wijzen dan wel een verzet als bedoeld in de artikelen 32 of 31 al dan niet te honoreren.
2.
Het verzoekschrift moet worden ingediend binnen zes weken na ontvangst van het antwoord van de verantwoordelijke. Indien de verantwoordelijke niet binnen de gestelde termijn heeft geantwoord, moet het verzoekschrift worden ingediend binnen zes weken na afloop van die termijn.
3.
Het gerecht wijst het verzoek toe, voor zover het dit gegrond oordeelt. Alvorens het gerecht beslist, stelt het zo nodig de belanghebbenden in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.
4.
De derde afdeling van de vijfde titel van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES is van overeenkomstige toepassing.
5.
Het gerecht kan partijen en anderen verzoeken binnen een door haar te bepalen termijn schriftelijke inlichtingen te geven en onder hen berustende stukken in te zenden. De verantwoordelijke en belanghebbende zijn verplicht aan dit verzoek te voldoen.