Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 2.134
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2013
- Bronpublicatie:
28-01-2013, Stb. 2013, 44 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken: 32768)
- Inwerkingtreding
16-02-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, Stb. 2013, 45 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat als resultaat van een gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver die op grond van artikel 2.62, eerste lid, zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming in de inschrijving heeft vermeld, kan hem in die overeenkomst verplichten alle of delen van die voornemens met inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren.
2.
De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat als resultaat van een gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver die op grond van artikel 2.63, eerste lid, zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming in de inschrijving heeft vermeld, verplicht hem in die overeenkomst zijn voornemens met inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren voor het in die inschrijving genoemde percentage van de waarde van de opdracht met een maximum gelijk aan het maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid.
3.
De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan een inschrijver als bedoeld in het tweede lid, die op grond van artikel 2.64 tevens zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming boven het vastgestelde maximumpercentage, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, in zijn inschrijving heeft vermeld, in de overeenkomst die als resultaat van de gunning met hem wordt gesloten tevens verplichten alle of delen van de voornemens die boven dat percentage uitstijgen met inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren.
4.
De aanbestedende dienst die of het speciale-sectorbedrijf dat uitvoering wenst te geven aan het eerste of derde lid, vermeldt in de aankondiging van de opdracht zijn voornemens daartoe.
5.
Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat als resultaat van de gunning een overeenkomst sluit met een inschrijver waarin die wordt verplicht zijn voornemens tot het plaatsen van opdrachten in onderaanneming met inachtneming van de paragrafen 2.4.2.2 tot en met 2.4.2.4 uit te voeren, waarborgt dat die inschrijver de in deze paragrafen gestelde eisen bij het plaatsen van die opdrachten in acht neemt.