Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts
Artikel 11 [Erkenning trust]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
01-07-1985, Trb. 1985, 141 (uitgifte: 30-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-01-1996, Trb. 1996, 9 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
1.
Een trust die in het leven is geroepen overeenkomstig het door de bepalingen van het voorafgaande hoofdstuk aangewezen recht wordt erkend als trust.
2.
Die erkenning houdt tenminste in dat het trustvermogen is afgescheiden van het eigen vermogen van de trustee en dat de trustee in zijn hoedanigheid van trustee als eiser of verweerder in rechte kan optreden en kan verschijnen voor een notaris of voor enig persoon die handelt in de uitoefening van een openbare functie.
3.
Voorzover het recht dat toepasselijk is op de trust dit verlangt of bepaalt, brengt deze erkenning in het bijzonder mede:
- a.
dat de persoonlijke schuldeisers van de trustee geen verhaal hebben op het trustvermogen;
- b.
dat de trustgoederen geen deel uitmaken van het vermogen van de trustee in geval van diens insolventie of faillissement;
- c.
dat de trustgoederen geen deel uitmaken van enige huwelijksgoederengemeenschap waarin de trustee gehuwd mocht zijn noch van zijn nalatenschap;
- d.
dat de trustgoederen kunnen worden teruggevorderd in gevallen waarin de trustee deze, met schending van de verplichtingen die voor hem uit de trust voortvloeien, met zijn eigen vermogen heeft vermengd of deze heeft vervreemd. Niettemin blijven de rechten en verplichtingen van een derde die de goederen onder zich heeft, beheerst door de wet aangewezen door de verwijzingsregels van het forum.