Einde inhoudsopgave
Drinkwaterwet
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
18-07-2009, Stb. 2009, 370 (uitgifte: 03-09-2009, kamerstukken: 30895)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2011, Stb. 2011, 313 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister stelt voor elk drinkwaterbedrijf een distributiegebied vast, waarbinnen de eigenaar van het betreffende drinkwaterbedrijf de exclusieve bevoegdheid en plicht, overeenkomstig artikel 8, tot het leveren van drinkwater heeft.
2.
Het is de eigenaar van een drinkwaterbedrijf verboden om door middel van een watervoorzieningswerk water, niet zijnde drinkwater, te leveren buiten het voor dat drinkwaterbedrijf vastgestelde distributiegebied.
3.
Het verbod, bedoeld in het tweede lid, geldt niet voor de levering van water aan een ander drinkwaterbedrijf en voor de levering van nooddrinkwater aan consumenten of andere afnemers.
4.
Bij het besluit, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister distributiegebieden wijzigen ter vergroting van de doelmatigheid van de openbare drinkwatervoorziening.
5.
Alvorens tot een wijziging als bedoeld in het vierde lid over te gaan, legt Onze Minister zijn voornemen aan de betrokken eigenaars voor, onder opgave van redenen. Binnen zes weken kunnen belanghebbenden hun zienswijze schriftelijk of mondeling bij Onze Minister kenbaar maken.
6.
De eigenaren van drinkwaterbedrijven die het aangaat kunnen gezamenlijk, onverminderd de artikelen 14 tot en met 16, Onze Minister verzoeken om wijziging van het voor hun bedrijf vastgestelde distributiegebied.
7.
Onze Minister kan besluiten geen gevolg te geven aan een verzoek als bedoeld in het zesde lid, indien de gevraagde wijziging naar zijn oordeel in strijd is met het belang van de openbare drinkwatervoorziening. Binnen zes weken kunnen belanghebbenden hun zienswijze schriftelijk of mondeling bij Onze Minister kenbaar maken.
8.
In geval van een wijziging van het voor hun drinkwaterbedrijf vastgestelde distributiegebied als bedoeld in het vierde lid, is de eigenaar van het betrokken drinkwaterbedrijf gehouden binnen een bij die wijziging aangegeven periode medewerking te geven aan de uitvoering van die wijziging, met inbegrip van een eventuele overdracht van de eigendom of het beheer van de betreffende watervoorzieningswerken, voor zover deze ten gevolge van de wijziging komen te liggen in een voor een ander drinkwaterbedrijf vastgesteld distributiegebied.