Einde inhoudsopgave
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 260 (uitgifte: 24-08-2018, kamerstukken: 34629)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 111 (uitgifte: 14-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
1.
Het is anderen dan de op grond van dit hoofdstuk aangewezen personen in de bij of krachtens dit hoofdstuk aangewezen gevallen, verboden om buiten noodzaak beroepsmatig de handelingen, genoemd in artikel 36, te verrichten ten aanzien van personen, tenzij:
- a.
zulks geschiedt ingevolge een opdracht van een persoon die zijn bevoegdheid ontleent aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 36, 36a, eerste lid, of 37, eerste lid;
- b.
hij redelijkerwijs mag aannemen dat hij beschikt over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk uitvoeren van de opdracht; en
- c.
hij, voor zover de opdrachtgever aanwijzingen heeft gegeven, handelt overeenkomstig die aanwijzingen.
2.
Met inachtneming van het eerste lid is de opdrachtnemer bevoegd tot het verrichten van de in het eerste lid bedoelde handeling.