Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/104/EU betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, PbEU 2014, L 349 (uitgifte: 05-12-2014, regelingnummer: 2014/104/EU)
- Inwerkingtreding
25-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, PbEU 2014, L 349 (uitgifte: 05-12-2014, regelingnummer: 2014/104/EU)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘inbreuk op het mededingingsrecht’: een inbreuk op artikel 101 of 102 VWEU of op nationaal mededingingsrecht;
- 2.
‘inbreukpleger’: de onderneming of de ondernemersvereniging die een inbreuk op het mededingingsrecht heeft begaan;
- 3.
‘nationaal mededingingsrecht’: de bepalingen van nationaal recht die overwegend dezelfde doelstelling nastreven als de artikelen 101 en 102 VWEU en die in dezelfde zaak en parallel met het mededingingsrecht van de Unie worden toegepast overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003, met uitzondering van bepalingen van nationaal recht waarbij natuurlijke personen strafrechtelijke sancties worden opgelegd, behalve voor zover zulke strafrechtelijke sancties het middel zijn op grond waarvan de op ondernemingen toepasselijke mededingingsvoorschriften worden gehandhaafd;
- 4.
‘schadevordering’: een uit hoofde van het nationale recht ingestelde vordering waarbij een schadeclaim voor een nationale rechterlijke instantie wordt gebracht door een partij die beweert benadeeld te zijn of door iemand die optreedt namens een of meer partijen die beweren benadeeld te zijn, indien het Unierecht of het nationaal recht in deze mogelijkheid voorziet, of door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon op wie de rechten zijn overgegaan van de partij die beweert benadeeld te zijn, daaronder begrepen de persoon die de schadeclaim heeft verworven is;
- 5.
‘schadeclaim’: een vordering tot vergoeding van de door een inbreuk op het mededingingsrecht ontstane schade;
- 6.
‘benadeelde partij’: een persoon die schade heeft geleden die is ontstaan door een inbreuk op het mededingingsrecht;
- 7.
‘nationale mededingingsautoriteit’: een overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1/2003 door een lidstaat aangewezen autoriteit die bevoegd is de artikelen 101 en 102 VWEU toe te passen;
- 8.
‘mededingingsautoriteit’: de Commissie of een nationale mededingingsautoriteit, of beiden, indien de omstandigheden dit vereisen;
- 9.
‘nationale rechterlijke instantie’: een rechterlijke instantie van een lidstaat in de zin van artikel 267 VWEU;
- 10.
‘beroepsinstantie’: een nationale rechterlijke instantie die bevoegd is kennis te nemen van met gebruikmaking van de gangbare rechtsmiddelen ingestelde beroepen tegen besluiten van een nationale mededingingsautoriteit of tegen vonnissen op deze besluiten, ongeacht de vraag of deze rechterlijke instantie al dan niet bevoegd is om een inbreuk op het mededingingsrecht vast te stellen;
- 11.
‘inbreukbeslissing’: een besluit van een mededingingsautoriteit of een beroepsinstantie op grond waarvan een inbreuk op het mededingingsrecht wordt vastgesteld;
- 12.
‘definitieve inbreukbeslissing’: een inbreukbeslissing waartegen op grond van gangbare rechtsmiddelen geen of niet langer meer beroep open staat;
- 13.
‘bewijsmateriaal’: elk type bewijsmiddel dat ontvankelijk is bij de nationale rechterlijke instantie bij wie de zaak aanhangig is gemaakt, en in het bijzonder documenten en andere informatiedragers, ongeacht het medium waarop de informatie is opgeslagen;
- 14.
‘kartel’: een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrenten met als doel hun concurrentiegedrag op de markt te coördineren of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals onder meer, doch niet uitsluitend, het bepalen of coördineren van aan- of verkoopprijzen of andere contractuele voorwaarden, onder meer met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten en klanten, met inbegrip van offertevervalsing, het beperken van importen of exporten of mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten;
- 15.
‘clementieregeling’: een regeling met betrekking tot de toepassing van artikel 101 VWEU of een overeenkomstige bepaling in het nationale recht op basis waarvan een deelnemer aan een geheim kartel onafhankelijk van de andere bij het kartel betrokken ondernemingen meewerkt aan een onderzoek van de mededingingsautoriteit door vrijwillig informatie te verschaffen over de kennis die deze deelnemer heeft van het kartel en de rol die hij daarin speelt, in ruil waarvoor de deelnemer, op grond van een besluit of door de procedure stop te zetten, immuniteit wordt verleend tegen geldboeten voor betrokkenheid bij het kartel of een vermindering van deze boeten;
- 16.
‘clementieverklaring’: een vrijwillig door of namens een onderneming of een natuurlijke persoon ten overstaan van een mededingingsautoriteit afgelegde mondelinge of schriftelijke verklaring of een opname daarvan,, waarin de onderneming of een natuurlijke persoon mededeelt wat zij of hij weet over een kartel en wat haar of zijn rol daarin was, en die speciaal ten behoeve van die autoriteit is opgesteld met het oog op het krijgen van vrijwaring of vermindering van de geldboeten in het kader van een clementieregeling; het betreft geen reeds bestaande informatie;
- 17.
‘reeds bestaande informatie’: bewijsmateriaal dat los van de procedure van een mededingingsautoriteit bestaat, ongeacht of deze informatie zich al dan niet in het dossier van een mededingingsautoriteit bevindt;
- 18.
‘verklaring met het oog op een schikking’: een vrijwillige verklaring ten overstaan van een mededingingsautoriteit, afgelegd door of namens een onderneming, waarin de onderneming haar deelname aan een inbreuk op het mededingingsrecht en haar aansprakelijkheid voor die inbreuk op het mededingingsrecht erkent of ervan afziet deze te betwisten, en die speciaal is opgesteld om de mededingingsautoriteit in staat te stellen een vereenvoudigde of spoedprocedure toe te passen;
- 19.
‘ontvanger van immuniteit’: een onderneming waaraan of een natuurlijke persoon aan wie door een mededingingsautoriteit in het kader van een clementieregeling vrijwaring van geldboeten is verleend;
- 20.
‘meerkosten’: het verschil tussen de daadwerkelijk betaalde prijs en de prijs die zonder een inbreuk op het mededingingsrecht van toepassing was geweest;
- 21.
‘buitengerechtelijke geschillenbeslechting’: ieder mechanisme dat de partijen in staat stelt een geschil over een schadeclaim buitengerechtelijk te beslechten;
- 22.
‘minnelijke schikking’: een door middel van een buitengerechtelijke geschillenbeslechting verkregen schikking;
- 23.
‘directe afnemer’: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die rechtstreeks van een inbreukpleger producten of diensten heeft verworven die het voorwerp waren van een inbreuk op het mededingingsrecht;
- 24.
‘indirecte afnemer’: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die niet van de inbreukpleger maar van een directe afnemer of van een volgende afnemer producten of diensten die het voorwerp waren van een inbreuk op het mededingingsrecht, of producten of diensten waarin deze zijn verwerkt of die daarvan zijn afgeleid.