Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:83a [Schakelbepaling: banken, beleggingsondernemingen uit een niet-lidstaat met bijkantoor in Nederland]
Geldend
Geldend vanaf 19-10-2021
- Bronpublicatie:
29-09-2021, Stb. 2021, 463 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken: 35783)
- Inwerkingtreding
19-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2021, Stb. 2021, 478 (uitgifte: 18-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het bepaalde ingevolge artikel 3:74a, eerste lid, onderdeel a, tweede en derde lid, van deze wet en deel 8 van de verordening kapitaalvereisten omtrent de openbaarmaking van informatie is van overeenkomstige toepassing op een bank of een beleggingsonderneming waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend, die haar zetel heeft in een staat die geen lidstaat is, die haar bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor en die, in het geval van een beleggingsonderneming, indien zij haar zetel in Nederland zou hebben gehad, zou worden aangemerkt als een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten.
2.
Het bepaalde ingevolge artikel 3:74a, eerste lid, onderdelen b en c, tweede en derde lid, van deze wet en artikel 46 van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen omtrent de openbaarmaking van informatie is van overeenkomstige toepassing op een beleggingsonderneming waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend, die haar zetel heeft in een staat die geen lidstaat is, die haar bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor en die, zou zij haar zetel in Nederland hebben gehad, zou worden aangemerkt als een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen.