Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1365 [Luchtvrachtbrief]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2005
- Bronpublicatie:
07-04-2005, Stb. 2005, 250 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 28946)
- Inwerkingtreding
01-06-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2005, Stb. 2005, 251 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Bij het vervoer van zaken moet een luchtvrachtbrief worden uitgereikt, die in elk geval een aanduiding van het gewicht van de zending dient te bevatten.
2.
De uitreiking van een luchtvrachtbrief kan worden vervangen door het gebruik van ieder ander middel waardoor de gegevens betreffende het te verrichten vervoer worden vastgelegd. Indien van zodanig ander middel gebruik wordt gemaakt, reikt de vervoerder aan de afzender, op diens verzoek, een ontvangstbewijs uit dat identificatie van de zending mogelijk maakt en toegang geeft tot de door die andere middelen vastgelegde gegevens.
3.
Indien nodig voor de vervulling van de formaliteiten van douane, politie en andere overheidsinstanties, kan van de afzender worden verlangd dat hij een document uitreikt dat de aard van de zaken aanduidt. Deze bepaling schept voor de vervoerder geen enkele verplichting, verbintenis of daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid.
4.
Het eerste lid geldt niet tussen partijen bij een bevrachting.