Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 1.7 Gebruik burgerservicenummer of onderwijsnummer
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
- Inwerkingtreding
01-09-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister gebruikt het burgerservicenummer of onderwijsnummer van een student of debiteur ter zake van de uitvoering van deze wet slechts:
- a.
in contacten met die student of debiteur,
- b.
in contacten met personen en instanties voor zover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie,
- c.
om de gegevens van die student of debiteur te vergelijken met de gegevens die over hem zijn opgenomen in het register onderwijsdeelnemers, bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet, en
- d.
in contacten met de toezichthouders, bedoeld in artikel 9.1a.
2.
Het burgerservicenummer of onderwijsnummer van de partner of ouder van een student of debiteur kan ter zake van de uitvoering van deze wet slechts worden gebruikt in contacten met die partner of ouder of met de desbetreffende student of debiteur, alsmede, voor zover het betreft de controle op de rechtmatigheid, in contacten met personen en instanties voor zover deze zelf gemachtigd zijn tot het opnemen van het burgerservicenummer of onderwijsnummer in een persoonsregistratie.