Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake sociale zekerheid
Artikel 53
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1977
- Bronpublicatie:
14-12-1972, Trb. 1976, 158 (uitgifte: 25-10-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-1977, Trb. 1977, 35 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid (V)
Internationale sociale zekerheid / Werkloosheid
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 52, heeft een werkloze die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde Staat woonde, recht op uitkeringen overeenkomstig de volgende bepalingen:
- a)
- (i)
een grensarbeider die in de onderneming waarin hij werkzaam is, gedeeltelijk of door onvoorziene omstandigheden werkloos is, heeft, eventueel met inachtneming van artikel 51, recht op uitkeringen volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat, alsof hij op het grondgebied van die Staat woonde; deze uitkeringen worden door het bevoegde orgaan verleend;
- (ii)
een volledig werkloze grensarbeider heeft, eventueel met inachtneming van artikel 51, recht op uitkeringen volgens de wettelijke regeling van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij woont, alsof die wettelijke regeling tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden op hem van toepassing was geweest; deze uitkeringen worden door het orgaan van de woonplaats verleend;
- b)
- (i)
een werknemer die geen grensarbeider is en gedeeltelijk, door onvoorziene omstandigheden of volledig werkloos is, doch ter beschikking blijft van zijn werkgever of van de diensten voor arbeidsbemiddeling op het grondgebied van de bevoegde Staat, heeft, eventueel met inachtneming van artikel 51, recht op uitkeringen volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat, alsof hij op het grondgebied van die Staat woonde; deze uitkeringen worden door het bevoegde orgaan verleend;
- (ii)
een werknemer die geen grensarbeider is, volledig werkloos is en zich ter beschikking stelt van de diensten voor arbeidsbemiddeling op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waarop hij woont of die naar dit grondgebied terugkeert, heeft, eventueel met inachtneming van artikel 51, recht op uitkeringen volgens de wettelijke regeling van deze Partij, alsof tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden deze wettelijke regeling op hem van toepassing was geweest; deze uitkeringen worden door het orgaan van de woonplaats verleend;
- (iii)
indien de sub b (ii) van dit lid bedoelde werknemer evenwel in het genot van uitkeringen werd gesteld door het bevoegde orgaan van de Verdragsluitende Partij waarvan de wettelijke regeling laatstelijk op hem van toepassing is geweest, heeft hij recht op uitkeringen overeenkomstig artikel 52, alsof hij zijn woonplaats naar het grondgebied van de sub b (ii) van dit lid bedoelde Verdragsluitende Partij had overgebracht.
2.
Zolang een werkloze recht heeft op uitkeringen krachtens het bepaalde sub a (i) of b (i) van het vorige lid, kan hij geen aanspraak maken op uitkeringen krachtens de wettelijke regeling van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij woont.