Einde inhoudsopgave
Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
Artikel XVI
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
29-11-2001, Stb. 2001, 625 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27665)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2001, Stb. 2001, 682 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De artikelen 5 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en 18 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven van toepassing op een persoon die op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, alsmede op een persoon die op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
2.
De artikelen 24 en 26 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de artikelen 34 en 36 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze luiden na de inwerkingtreding van deze wet, vinden geen toepassing ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde personen die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt.
3.
De artikelen 5 en 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en 18 en 34 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven tot een latere datum dan de datum van inwerkingtreding van deze wet van toepassing op een persoon die op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en die op de dag van inwerkingtreding van de wet de leeftijd van 45 jaar niet heeft bereikt. De artikelen 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en 34 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven tot een bij ministeriële regeling te bepalen latere datum dan de datum van inwerkingtreding van deze wet van toepassing op een persoon die op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt maar niet die van 50. Ten aanzien van de in de tweede zin bedoelde persoon beziet het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op de aldaar bedoelde latere datum of er gronden aanwezig zijn voor herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4.
De in de eerste zin van het derde lid bedoelde latere datum wordt bij ministeriële regeling per groep van personen, rekening houdend met hun leeftijd, vastgesteld. Deze datum wordt in ieder geval niet later gesteld dan 5 jaar na de inwerkingtreding van deze wet.
5.
Voor de toepassing van artikel 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en artikel 34 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze artikelen luiden na de inwerkingtreding van deze wet, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de persoon, bedoeld in het derde lid, geacht te zijn toegekend op de dag, waarop de in dat lid genoemde artikelen op hem van toepassing worden.
6.
Artikel 24, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en artikel 34, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven tot zes maanden na de dag waarop deze wet in werking treedt van toepassing op een persoon, wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is aangevangen uiterlijk zes maanden voor de inwerkingtreding van deze wet en terzake van die arbeidsongeschiktheid recht op uitkering heeft op grond van de Ziektewet (Stb. 1987, 88).
7.
De wijzigingen van artikel 36 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en 26 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals vervat in artikel I, onderdeel I en artikel II, onderdeel F, vinden geen toepassing ten aanzien van de persoon, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingegaan op een dag gelegen voor de inwerkingtreding van deze wet.