Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
Artikel 19 Laissez-passer voor vreemdelingen
Geldend
Geldend vanaf 09-03-2014
- Bronpublicatie:
29-01-2014, Stcrt. 2014, 3140 (uitgifte: 04-02-2014, regelingnummer: 2014-0000054453)
- Inwerkingtreding
09-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2014, Stcrt. 2014, 3140 (uitgifte: 04-02-2014, regelingnummer: 2014-0000054453)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
De vaststelling van een aanspraak op verstrekking van een laissez-passer ingevolge artikel 15, tweede lid, van de wet geschiedt met gebruikmaking van het door de aanvrager overgelegde verblijfsdocument waaruit diens rechtmatig verblijf in het Europese dan wel Caribische deel van Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten en diens nationaliteit blijkt, alsmede aan de hand van de door de aanvrager bij de aanvraag verstrekte gegevens.
2.
In geval van twijfel aan de gegevens die in het verblijfsdocument zijn vermeld dan wel door de aanvrager zijn verstrekt, vindt verificatie daarvan plaats in de vreemdelingenadministratie waarin de aanvrager is opgenomen.