Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2100/94 inzake het communautaire kwekersrecht
Artikel 54 Materieel onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1994
- Bronpublicatie:
27-07-1994, PbEG 1994, L 227 (uitgifte: 01-09-1994, regelingnummer: 2100/94)
- Inwerkingtreding
01-09-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-07-1994, PbEG 1994, L 227 (uitgifte: 01-09-1994, regelingnummer: 2100/94)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Bureau onderzoekt of het ras overeenkomstig artikel 5 het object van een communautair kwekersrecht kan vormen, of het ras nieuw is overeenkomstig artikel 10, of de aanvrager op grond van artikel 12 gerechtigd is tot het indienen van een aanvraag en of aan de voorwaarden van artikel 82 voldaan is. Het Bureau onderzoekt eveneens of de voorgestelde rasbenaming op grond van artikel 63 geschikt is. Het kan daarbij een beroep doen op de diensten van andere organen.
2.
De eerste aanvrager wordt geacht aanspraak te maken op het communautaire kwekersrecht overeenkomstig artikel 11. Dit is niet van toepassing wanneer, alvorens een besluit over de aanvraag wordt genomen, het Bureau ervan op de hoogte is dat, of uit een definitieve uitspraak met betrekking tot een opeising van de aanspraak op het communautaire kwekersrecht uit hoofde van artikel 98, lid 4, blijkt dat de eerste aanvrager er geen aanspraak op heeft of er niet alleen aanspraak op heeft. Wanneer vastgesteld is wie rechthebbende of mede-rechthebbende is, mogen deze personen of deze persoon de procedure als aanvrager of aanvragers voortzetten.