Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:91p [Bedrijfsvoering]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 512 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34583)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beleggingsonderneming die voor andere personen als clearinginstelling optreedt, beschikt over een beheerste en integere bedrijfsvoering om te waarborgen dat zij uitsluitend clearingdiensten verricht voor personen die geschikt zijn en dat aan die personen passende eisen worden gesteld om de risico’s voor de beleggingsonderneming en de markt te verminderen.
2.
De beleggingsonderneming sluit met de personen, bedoeld in het eerste lid, een overeenkomst waarin de uit de dienstverlening voortvloeiende rechten en plichten zijn vastgelegd.
3.
Bij de toepassing van dit artikel neemt de beleggingsonderneming de ingevolge artikel 17, zevende lid, onderdeel a, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht.