Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 31 [Stemrechten AV andere vennootschap]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Wanneer een fusie overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder a), wordt verwezenlijkt door een vennootschap die houdster is van alle aandelen en andere effecten waaraan stemrechten in de algemene vergadering van een andere vennootschap verbonden zijn, zijn artikel 20, lid 1, onder b), c) en d), artikel 22 en artikel 29, lid 1, onder b), niet van toepassing. De nationale wetgeving die op elk van de fuserende vennootschappen van toepassing is en die fusies overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 78/855/EEG regelt, is echter wel van toepassing.
2.
Wanneer een fusie via overneming wordt verwezenlijkt door een vennootschap die houdster is van ten minste 90 %, maar niet van alle aandelen en andere effecten waaraan stemrechten in de algemene vergadering van een andere vennootschap verbonden zijn, worden de verslagen van het leidinggevend of het bestuursorgaan, de verslagen van één of meer onafhankelijke deskundigen en de voor het toezicht vereiste bescheiden alleen verlangd voorzover deze verlangd worden bij het nationale recht waaronder de overnemende vennootschap of de overgenomen vennootschap ressorteert.
De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat dit lid van toepassing kan zijn wanneer een vennootschap houdster is van aandelen waaraan ten minste 90 %, maar niet alle stemrechten verbonden zijn.