Einde inhoudsopgave
Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 336 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32018)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Een lid van het openbaar ministerie wordt geschorst indien:
- a.
hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld dan wel hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, hij surséance van betaling heeft gekregen, dan wel wegens schulden is gegijzeld.
2.
Een lid van het openbaar ministerie kan worden geschorst indien:
- a.
tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf is ingesteld;
- b.
er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op grond van artikel 21, eerste lid, onder a en b, of artikel 22, onder c, zou kunnen leiden.
3.
De schorsing als bedoeld in de voorgaande leden, eindigt na drie maanden. De maatregel kan telkens voor ten hoogste drie maanden worden verlengd.
4.
De schorsing wordt beëindigd zodra de grond voor deze maatregel is vervallen.