Einde inhoudsopgave
Besluit energie vervoer
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
20-12-2021, Stb. 2021, 619 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2021, Stb. 2021, 620 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Vervoersrecht / Wegvervoer
Energierecht / Energieopwekking
1.
Bij de afschrijving, bedoeld in artikel 9.7.2.5, eerste lid, onderdeel b, van de wet, wordt de volgende volgorde gehanteerd:
- a.
het aantal hernieuwbare brandstofeenheden geavanceerd wordt afgeschreven dat overeenkomt met het in artikel 3, derde lid, genoemde gedeelte van de energie-inhoud van de levering tot eindverbruik;
- b.
het aantal op de rekening beschikbare hernieuwbare brandstofeenheden conventioneel wordt afgeschreven, tot ten hoogste het in artikel 3, tweede lid, genoemde gedeelte van de energie-inhoud van de levering tot eindverbruik;
- c.
het aantal op de rekening beschikbare hernieuwbare brandstofeenheden bijlage IX-B wordt afgeschreven, tot ten hoogste het in artikel 3, vierde lid, genoemde gedeelte van de energie-inhoud van de levering tot eindverbruik;
- d.
het aantal op de rekening beschikbare hernieuwbare brandstofeenheden overig wordt afgeschreven;
- e.
het aantal op de rekening beschikbare hernieuwbare brandstofeenheden geavanceerd wordt afgeschreven.
2.
Indien na toepassing van de afschrijving, bedoeld in het eerste lid, niet is voldaan aan de jaarverplichting, wordt het aantal per soort verschuldigde hernieuwbare brandstofeenheden als volgt vastgesteld:
- a.
het aantal hernieuwbare brandstofeenheden conventioneel is even groot als het gedeelte van de energie-inhoud, bedoeld in artikel 3, tweede lid, dat de leverancier tot eindverbruik bij de afschrijving van de jaarverplichting ingevolge het eerste lid, onderdeel b, niet gebruikt heeft;
- b.
het aantal hernieuwbare brandstofeenheden bijlage IX-B is even groot als het gedeelte van de energie-inhoud, bedoeld in artikel 3, vierde lid, dat de leverancier tot eindverbruik bij de afschrijving van de jaarverplichting ingevolge het eerste lid, onderdeel c, niet gebruikt heeft;
- c.
het aantal hernieuwbare brandstofeenheden overig is even groot als de resterende jaarverplichting na toepassing van onderdelen a en b.