Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1988
- Bronpublicatie:
14-11-1984, Trb. 1984, 155 (uitgifte: 19-12-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-1988, Trb. 1988, 142 (uitgifte: 01-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Omgevingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Overeenkomstsluitende Partijen komen om de voorkoming van rampen te bevorderen en om deze doeltreffender te kunnen bestrijden een voortdurende en nauwe samenwerking overeen. Met dit doel wisselen zij alle ter zake dienende gegevens van wetenschappelijke en technische aard uit en komen zij regelmatig bijeen.
2.
De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen gemeenschappelijke onderzoekingen doen en bijeenkomsten organiseren in het bijzonder om tot een betere kennis van de oorzaken van rampen te komen en om de voorspellingen alsmede de middelen en methoden ter voorkoming en bestrijding van rampen te verbeteren.
3.
Op initiatief van elke Overeenkomstsluitende Partij kunnen cursussen worden gegeven voor technici en leidinggevend personeel van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
4.
De Overeenkomstsluitende Partijen wisselen gegevens uit over de gevaren en schadegevallen die een weerslag kunnen hebben op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
5.
De samenwerking wordt tot stand gebracht door de bevoegde organen, bedoeld in artikel 3 van deze Overeenkomst.