Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 123 Bij verstek gewezen arresten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer het Gerecht vaststelt dat de verweerder, ofschoon regelmatig opgeroepen, nalaat om in de voorgeschreven vormen of, onverminderd de toepassing van het bepaalde in artikel 45, tweede alinea, van het Statuut, binnen de termijn vastgesteld in artikel 81 op het verzoekschrift te antwoorden, kan de verzoeker binnen een door de president bepaalde termijn vorderen dat het Gerecht zijn conclusies toewijst.
2.
De niet-verschenen verweerder intervenieert niet in de verstekprocedure en hem wordt geen processtuk betekend, behoudens de beslissing waardoor een einde komt aan het geding.
3.
In het bij verstek gewezen arrest wijst het Gerecht de conclusies van de verzoeker toe, behalve wanneer het Gerecht kennelijk onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen of wanneer het beroep kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk rechtens ongegrond is.
4.
Het bij verstek gewezen arrest is uitvoerbaar. Het Gerecht kan de uitvoerbaarheid evenwel opschorten totdat op het ingevolge artikel 166 gedane verzet is beslist, dan wel de uitvoerbaarheid onderwerpen aan de voorwaarde dat zekerheid wordt gesteld tot een bedrag en op de wijze als op grond van de omstandigheden bepaald. De zekerheid wordt vrijgegeven wanneer het verzet achterwege blijft of wordt verworpen.