Einde inhoudsopgave
Loodsenwet
Artikel 27c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
01-12-2021, Stb. 2021, 617 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken: 35720)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2021, Stb. 2021, 618 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De algemene raad doet de Autoriteit Consument en Markt een voorstel voor de tarieven en vergoedingen voor de diensten en taken, bedoeld in artikel 27a. In op grond van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen stelt de algemene raad een ingediend voorstel bij. Indien het ingediende voorstel niet wordt bijgesteld, geeft de algemene raad de redenen daarvoor aan.
2.
Een voorstel als bedoeld in het eerste lid wordt opgesteld met inachtneming van het uitgangspunt dat elk afzonderlijk tarief redelijk en non-discriminatoir is.
3.
Een voorstel als bedoeld in het eerste lid met betrekking tot de loodsgeldtarieven wordt opgesteld met inachtneming van het uitgangspunt dat de loodsgeldtarieven voor het geheel kostengeoriënteerd zijn.
4.
Voorafgaand aan de indiening van een voorstel met betrekking tot de loodsgeldtarieven vraagt de algemene raad een zienswijze aan de besturen van de regionale loodsencorporaties, de bij ministeriële regeling te bepalen vertegenwoordigers van rechtspersonen, betrokken bij het bestuur van een of meer zeehavens en representatieve organisaties van ondernemers in het scheepvaart- en havenbedrijf.
5.
De algemene raad zendt een voorstel met betrekking tot de loodsgeldtarieven en de ingebrachte zienswijzen tegelijkertijd naar de Autoriteit Consument en Markt en naar degenen die op grond van het vierde lid zijn gevraagd om een zienswijze. Daarbij is gemotiveerd of en op welke wijze de ingebrachte zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het tariefvoorstel. Indien een zienswijze niet heeft geleid tot aanpassing, geeft de algemene raad de redenen daarvoor aan.
6.
Een voorstel met betrekking tot de loodsgeldtarieven wordt jaarlijks ingediend, is mede gebaseerd op de financiële verantwoording van het aan de indiening voorafgaande kalenderjaar en heeft betrekking op het volgende kalenderjaar.
7.
Een voorstel met betrekking tot de loodsgeldtarieven bevat ten minste:
- a.
een raming van alle in het desbetreffende kalenderjaar te loodsen scheepsreizen per tarief en het voorgenomen kwaliteitsniveau;
- b.
een raming van de te loodsen scheepsreizen, bedoeld onder a, te behalen omzet, die mede is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde omzet in het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin het voorstel wordt gedaan;
- c.
een raming van de arbeidsvergoeding die is gebaseerd op de daadwerkelijk ontvangen vergoeding in het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin het voorstel wordt gedaan;
- d.
een raming van de wijzigingen in de kosten van de materiële vaste activa, de geraamde investeringen en het geraamde rendement;
- e.
een raming van de overige omzet en kosten, die mede is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde omzet en kosten in het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin het voorstel wordt gedaan;
- f.
vervallen;
- g.
een raming van de voor het desbetreffende kalenderjaar voorziene algemene besparing op de kosten;
- h.
de voor het desbetreffende kalenderjaar voorziene correctie in verband met bestaande onregelmatigheden in de mate van kostendekkendheid van de tarieven voor de verschillende zeehavengebieden;
- i.
een verrekening van het verschil tussen de geraamde en de daadwerkelijk uitgevoerde wijzigingen in de materiële activa en investeringen in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin het voorstel wordt gedaan;
- j.
een onderbouwing van de ramingen, bedoeld onder a tot en met g;
- k.
een verrekening van te veel gedane stortingen gedaan voor het kunnen voldoen aan verplichtingen die voortvloeien uit het functioneel leeftijdspensioen van registerloodsen en uit het krachtens collectieve arbeidsovereenkomst toegekend recht op functioneel leeftijdsontslag van het personeel, belast met de uitvoering van de in het artikel 26, eerste lid, onderdeel b, bedoelde taken.
8.
Indien een besluit ter vaststelling van de loodsgeldtarieven als bedoeld in artikel 27f, eerste lid, is of wordt herzien, bevat het eerstvolgende in te dienen voorstel, bedoeld in het zevende lid, tevens een verrekening van het verschil in omzet tussen de tarieven die in rekening zijn gebracht op basis van het eerdere tariefbesluit en de tarieven in het laatstelijk overeenkomstig artikel 27f, eerste lid, vastgestelde tariefbesluit.
9.
De algemene raad maakt bij het voorstel, bedoeld in het zevende lid, aannemelijk dat het voorstel in voldoende mate bijdraagt aan het bereiken van de meest efficiënte werkwijze voor registerloodsen en de productiviteit en kwaliteit van de loodsdienstverlening.
10.
Een voorstel als bedoeld in het eerste lid met betrekking tot andere tarieven dan de loodsgeldtarieven is voor elk afzonderlijk tarief kostengeoriënteerd. Een voorstel bevat een onderbouwde raming van de kosten en omzet voor elke afzonderlijke dienst of taak.