Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel II Overgangsrecht loonbelasting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
11-05-2000, Stb. 2000, 216 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26728)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2000, Stb. 2000, 216 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26728)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
Uitkeringen en verstrekkingen die na 31 december 2000 worden toegekend ter zake van vóór 1 januari 2001 ingevolge een premiespaarregeling ingehouden spaargelden, behoren niet tot het loon, voorzover zij over ieder kalenderjaar waarin de werknemer overeenkomstig die regeling heeft gespaard, niet meer bedragen dan het voor het desbetreffende jaar geldende maximum.
2.
Voor het kalenderjaar 2001 geldt, in afwijking in zoverre van artikel 16b van de Wet op de loonbelasting 1964, als vrije vergoeding ter zake van regelmatig woon-werkverkeer ten hoogste een bedrag van € 0,27 per afgelegde kilometer, ingeval aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.
de afstand tussen de woning of verblijfplaats en de arbeidsplaats gemeten langs de meest gebruikelijke weg beloopt meer dan 10 kilometer;
- b.
de werknemer pleegt te reizen met een niet door de inhoudingsplichtige ter beschikking gestelde auto en hij pleegt daarbij krachtens een schriftelijk vastgelegde regeling van de inhoudingsplichtige, dan wel van de inhoudingsplichtige en een of meer andere inhoudingsplichtigen, over een afstand van meer dan 10 kilometer voor zowel de heen- als de terugreis tevens een of meer andere werknemers te vervoeren en
- c.
de werknemer is het in onderdeel b bedoelde vervoer overeengekomen in een schriftelijk vastgelegde overeenkomst met de in onderdeel b bedoelde inhoudingsplichtigen en andere werknemers.
3.
Met betrekking tot regelmatig woon-werkverkeer ter zake waarvan een vergoeding op grond van het tweede lid tot de vrije vergoedingen is gerekend, zijn ten aanzien van de werknemer en de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde andere werknemers artikel 11, eerste lid, onderdeel s, en artikel 16b van de Wet op de loonbelasting 1964 niet van toepassing.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van het tweede lid.