Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 221
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien de beschikking over tot Bonaire, Sint Eustatius en Saba behoorende, binnen het concessie-terrein gelegen gronden ten behoeve van eene particuliere mijnontginning voor een langer tijdperk dan drie jaren noodig is of indien na verloop van den aanvankelijk voldoende geachten termijn van drie jaren nog verdere beschikking noodig blijkt, verleent Onze Minister op daartoe door den concessionaris gedaan verzoek op den voet van het eerste lid van art. 181 en mitsdien onder de door hen noodig geoordeelde voorwaarden verlof om over den benoodigden grond te beschikken, mitsdien om dien grond in gebruik te nemen dan wel in gebruik te houden. Het tweede, derde en vierde lid van art.214 zijn ten deze toepasselijk.
2.
Indien op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gronden door derden rechten worden uitgeoefend, bepaalt Onze Minister, nadat die derden ter zake zullen zijn geraadpleegd, bij het te verleenen verlof de som, welke door den concessionaris als schadeloosstelling aan die derden behoort te worden uitgekeerd dan wel waarvoor zekerheid zal moeten worden gesteld alvorens de concessionaris krachtens het verleend verlof over den grond zal mogen beschikken en de derden, die daarop rechten uitoefenen, zulks zullen moeten gedoogen.
3.
Van de beschikking, waarbij het in dit artikel bedoeld verlof wordt verleend, wordt een afschrift uitgereikt aan hen, die op de door den concessionaris benoodigden grond rechten uitoefenen.