Einde inhoudsopgave
Ziektewet
Artikel 52e Proefplaatsing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
29-11-2017, Stb. 2017, 484 (uitgifte: 15-12-2017, kamerstukken: 34766)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2017, Stb. 2017, 485 (uitgifte: 15-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Re-integratie
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de eigenrisicodrager kunnen, in het kader van de bevordering van de inschakeling in de arbeid, toestemming verlenen aan de persoon aan wie ziekengeld is toegekend, om op een proefplaats bij een werkgever gedurende maximaal zes maanden onbeloonde werkzaamheden te verrichten.
2.
Tijdens het verrichten van werkzaamheden op een proefplaats wordt het ziekengeld niet ingetrokken of herzien.
3.
De onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats zijn:
- a.
werkzaamheden, waartoe de persoon, bedoeld in het eerste lid, met zijn krachten en bekwaamheden in staat is;
- b.
werkzaamheden, waarbij de werkgever, bij wie de proefplaatsing geschiedt, een aansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de persoon, bedoeld in het eerste lid, heeft afgesloten;
- c.
werkzaamheden, die de persoon, bedoeld in het eerste lid, niet reeds eerder onbeloond op een proefplaats bij die werkgever of diens rechtsvoorganger heeft verricht; en
- d.
werkzaamheden waarbij er, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, een reëel uitzicht is op een op de onbeloonde werkzaamheden aansluitende dienstbetrekking van dezelfde of grotere omvang voor ten minste 6 maanden.
4.
Indien de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, wegens ziekte worden onderbroken, wordt de periode van onderbreking, voor de toepassing van dat lid buiten beschouwing gelaten.
5.
In afwijking van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, is de persoon die onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats als bedoeld in het eerste of tweede lid verricht, voor de duur van de proefplaatsing niet verplicht passende arbeid te verkrijgen.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van dit artikel.