Verdrag nopens samenvoeging van douanebehandeling aan de Nederlands-Belgische grens
Artikel V
Geldend
Geldend vanaf 08-05-1948
- Bronpublicatie:
13-04-1948, Stb. 1949, J 54 (uitgifte: 25-02-1949, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-05-1948
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-1948, Stb. 1949, J 54 (uitgifte: 25-02-1949, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ter zake van overtredingen van de in artikel II bedoelde wettelijke bepalingen en voorschriften, welke zijn begaan op een internationaal douanekantoor of op een internationale douaneweg, zullen de bevoegde autoriteiten van het ene land land op rechtstreeks verzoek van die van het andere land en overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het eerstbedoelde land,
- a.
getuigen en deskundigen horen;
- b.
ambtelijk onderzoek instellen;
- c.
aan veroordeelden of verdachten zowel gerechtelijke stukken als rechterlijke en administratieve beslissingen doen uitreiken. De uitreiking wordt als rechtsgeldig beschouwd, indien daarbij de vormen zijn in acht genomen, welke voor overeenkomstige uitreikingen gebruikelijk zijn in het land, tot hetwelk het verzoek is gericht.
De uit het verrichten van deze handelingen ontstaande verschotten vergoedt de autoriteit, die het verzoek doet, rechtstreeks aan de andere.