Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 336/2006 inzake de implementatie van de Internationale Veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 24-03-2006
- Bronpublicatie:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 336/2006)
- Inwerkingtreding
24-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 336/2006)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1.
‘ISM-code’: Internationale Veiligheidsmanagementcode voor het veilige gebruik van schepen en voor verontreinigingspreventie, als aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) bij Resolutie A.741(18) van de Vergadering van 4 november 1993, gewijzigd bij Resolutie MSC.104(73) van de Maritieme Veiligheidscommissie van 5 december 2000, en als bijlage I aan deze verordening gehecht, in bijgewerkte versie;
2.
‘erkende organisatie’: een lichaam dat erkend is overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 94/57/EG;
3.
‘maatschappij’: de eigenaar van het schip of elke andere organisatie of een persoon, zoals de manager of rompbevrachter, die de verantwoordelijkheid voor het gebruik van het schip heeft overgenomen van de eigenaar en er daardoor mee heeft ingestemd alle door de ISM-code voorgeschreven plichten en verantwoordelijkheid op zich te nemen;
4.
‘passagiersschip’: een schip, een hogesnelheidsvaartuig inbegrepen, dat meer dan twaalf passagiers vervoert, of een onderwaterpassagiersvaartuig;
5.
‘passagier’: iedere persoon aan boord met uitzondering van:
- a)
de kapitein en de bemanningsleden of andere personen die in welke hoedanigheid dan ook in dienst of tewerkgesteld zijn aan boord van een schip ten behoeve van dat schip, en
- b)
een kind beneden de leeftijd van één jaar;
6.
‘hogesnelheidsvaartuig’: een hogesnelheidsvaartuig als omschreven in hoofdstuk X, voorschrift 1, lid 2, van het SOLAS-Verdrag van 1974, als van kracht. Voor hogesnelheidspassagiersvaartuigen gelden de beperkingen vermeld in artikel 2, punt f), van Richtlijn 98/18/EG;
7.
‘vrachtschip’: een schip, met inbegrip van een hogesnelheidsvaartuig dat geen passagiersschip is;
8.
‘internationale reis’: een reis over zee van een haven in een lidstaat of elke andere staat naar een haven buiten die staat, of omgekeerd;
9.
‘binnenlandse reis’: een reis in zeegebieden van een haven van een lidstaat naar dezelfde of een andere haven in die lidstaat;
10.
‘geregelde dienst’: een reeks tochten per schip ten behoeve van het verkeer tussen dezelfde twee of meer punten, welke plaatsvinden:
- a)
volgens een gepubliceerde dienstregeling, of
- b)
met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormen;
11.
‘ro-ro-passagiersveerboot’: een zeegaand passagiersvaartuig als omschreven in hoofdstuk II-1, van het SOLAS-Verdrag, als van kracht;
12.
‘onderwaterpassagiersvaartuig’: een voor de vaart bestemd passagiersvaartuig dat hoofdzakelijk onder water vaart en van bovenzeese ondersteuning, bv. een oppervlakteschip of faciliteiten aan de wal, gebruikmaakt voor monitoring en een of meer van de volgende handelingen:
- a)
opladen van de energievoorziening;
- b)
opladen van hogedruklucht;
- c)
opladen van het leveninstandhoudingssysteem;
13.
‘verplaatsbare offshorebooreenheid’: een vaartuig dat booroperaties kan uitvoeren voor de exploratie of de ontginning van rijkdommen onder de zeebodem zoals vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen, zwavel of zout;
14.
‘brutotonnage’: de brutotonnage van een schip, bepaald overeenkomstig het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen van 1969 of, in het geval van schepen die uitsluitend voor binnenlandse reizen worden gebruikt en indien het schip niet is gemeten overeenkomstig dat Verdrag, de brutotonnage van een schip, bepaald overeenkomstig de bestaande nationale voorschriften inzake tonnagemeting.