Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen
Bijlage 6
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2017
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stcrt. 2017, 57411 (uitgifte: 06-10-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/232479)
- Inwerkingtreding
07-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2017, Stcrt. 2017, 57411 (uitgifte: 06-10-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/232479)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
behorend bij artikel 10
Het handboek, bedoeld in artikel 10, bevat in ieder geval een duidelijke beschrijving van:
- •
de organisatiestructuur, waaronder de instructies die de (eind)verantwoordelijkheid van de bij de vluchtuitvoering betrokken personen in hoofdlijnen aangeven;
- •
de standaard werkmethoden, waaronder de procedure voor selectie en inrichting van het start- en landingsterrein met veilige afstanden tot obstakels (inclusief wegen) en personen niet betrokken bij de vlucht, voor het vrijhouden van het gebied waarboven de operatie wordt uitgevoerd van nieuwsgierigen en andere personen niet betrokken bij de vlucht en voor het creëren van een veilig werkgebied en vrij start- en landingsgebied voor de bemanning;
- •
het luchtwerk waarop het ROC betrekking heeft;
- •
een naar het oordeel van de minister adequate procedure:
- o.
voor het aanwijzen van de gezagvoerder;
- o.
voor samenwerking tussen de gezagvoerder en de waarnemer (VLOS);
- o.
voor samenwerking tussen de gezagvoerder en de waarnemer op afstand (EVLOS);
- o.
voor operaties binnen een CTR, indien wordt gevlogen binnen een CTR;
- o.
voor het veilig en zonder gevaar voor derden overvliegen van een in gebruik zijnde weg of spoorlijn waarboven de operatie plaatsvindt;
- o.
om uiterlijk 24 uur voor de vlucht een NOTAM als bedoeld in artikel 1 van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen te publiceren, waarin de operatie met het RPA bekend wordt gemaakt bij de AIS-unit Schiphol of de AIS-unit AOCS Nieuw Milligen, bedoeld in artikel 1 van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen, indien het vluchten betreft die plaatsvinden boven een hoogte van 40 meter binnen luchtruim waarin laag mag worden gevlogen door civiele of militaire luchtvaartuigen;
- •
de interne normen voor de inzetbaarheid van gezagvoerder, waarnemer en waarnemer op afstand en ‘human factor’ elementen;
- •
de procedures ten aanzien van de vluchtvoorbereiding (zoals NOTAMS, indien aan de orde, geldige kaart(en), luchtvaartgids, luchtvaartmeteorologische inlichtingen), waarbij voor de brandweer in plaats van NOTAMS in het kader van de taken, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onderdelen a tot en met d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s, een procedure voor contact met de gemeenschappelijke meldkamer, bedoeld in artikel 35, van de Wet veiligheidsregio’s, kan worden gebruikt;
- •
de procedure van de risicoanalyse per vlucht (invloed van specifieke omgeving op veiligheid derden in de lucht en op de grond), rekening houdend met woonbebouwing en industrie via http://bagviewer.geodan.nl/;
- •
de wijze waarop een veiligheidsmanagementsysteem is ingevoerd in de organisatie, waaronder de melding van incidenten, de rol van de veiligheidsmanager en de uitgangspunten van de organisatie voor veilig gedrag (minimum het VMS-light); en
- •
een veiligheidsanalyse voor de uitvoering van vluchten waarop het ROC betrekking heeft, waarbij operationele aspecten, kwalificaties van de bemanning en technische toestand van het systeem worden meegenomen.