Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht
Artikel 83 Overgangsregeling
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
19-02-2013, Trb. 2013, 92 (uitgifte: 30-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-02-2013, Trb. 2016, 1 (uitgifte: 18-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Gedurende een overgangsperiode van zeven jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst, kan een vordering inzake inbreuk op, of tot nietigverklaring van een Europees octrooi, dan wel een vordering inzake inbreuk op, of tot nietigverklaring van een aanvullend beschermingscertificaat dat is afgegeven voor een door een Europees octrooi beschermd product, nog bij nationale gerechten of andere bevoegde nationale autoriteiten worden ingesteld.
2.
Vorderingen die aan het einde van de overgangsperiode voor een nationale rechter aanhangig zijn, blijven door het verstrijken van de overgangsperiode onverlet.
3.
Tenzij reeds een vordering bij het Gerecht is ingesteld, kan de houder of de aanvrager van een Europees octrooi dat vóór het einde van de in het eerste lid of, in voorkomend geval, het vijfde lid bedoelde overgangsperiode is verleend of aangevraagd, alsmede de houder van een aanvullend beschermingscertificaat dat is afgegeven voor een door een Europees octrooi beschermd product, zich aan de exclusieve bevoegdheid van het Gerecht onttrekken. Hij stuurt te dien einde, uiterlijk één maand voor het verstrijken van de overgangsperiode, een daartoe strekkende kennisgeving aan de Griffie. De kennisgeving is van kracht vanaf de datum van inschrijving in het register.
4.
Tenzij een vordering reeds bij de nationale rechter is ingesteld, kan de houder of de aanvrager van een Europees octrooi, dan wel de houder van een aanvullend beschermingscertificaat dat voor een door een Europees octrooi beschermd product is afgegeven, die gebruik heeft gemaakt van de in het derde lid bedoelde mogelijkheid, zijn onttrekking aan de exclusieve bevoegdheid te allen tijde ongedaan maken. In dat geval stelt hij de Griffie daarvan in kennis. De ongedaanmaking van de onttrekking werkt vanaf de inschrijving van de desbetreffende mededeling in het register.
5.
Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt door het Bestuurscomité breed overleg gevoerd met de gebruikers van het octrooisysteem en wordt nagegaan hoeveel Europese octrooien en aanvullende beschermingscertificaten die voor een door een Europees octrooi beschermd product zijn afgegeven nog overeenkomstig het eerste lid het voorwerp zijn van vorderingen wegens inbreuk of tot nietigverklaring bij een nationaal gerecht en wat de redenen hiervoor zijn en de consequenties. Op basis van het overleg en op advies van het Gerecht kan het Bestuurscomité besluiten de overgangsperiode met ten hoogste zeven jaar te verlengen.