Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen
Artikel 77 Algemene beginselen betreffende de vertegenwoordiging
Geldend
Geldend vanaf 06-03-2002
- Bronpublicatie:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Inwerkingtreding
06-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
Behoudens lid 2 is niemand verplicht zich voor het Bureau te doen vertegenwoordigen.
2.
Onverminderd lid 3, tweede alinea, moeten natuurlijke en rechtspersonen die in de Gemeenschap geen woonplaats, zetel, noch werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel hebben, zich in alle in deze verordening bedoelde procedures, met uitzondering van de indiening van een aanvrage om een ingeschreven Gemeenschapsmodel, overeenkomstig artikel 78, lid 1, voor het Bureau doen vertegenwoordigen; andere uitzonderingen kunnen in de uitvoeringsverordening worden vastgesteld.
3.
Natuurlijke en rechtspersonen die in de Gemeenschap een woonplaats, zetel of werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel hebben, kunnen voor het Bureau optreden door tussenkomst van een van hun werknemers, die een bij het dossier te voegen ondertekende volmacht indient; de bijzonderheden hiervan worden geregeld in de uitvoeringsverordening.
De werknemer van een rechtspersoon als bedoeld in dit lid kan ook handelen voor andere rechtspersonen die met deze rechtspersoon economisch verbonden zijn, ook indien die andere rechtspersonen in de Gemeenschap geen woonplaats, zetel, noch werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel hebben.