Besluit archiefoverdrachten rijksadministratie
Artikel 4 Privatisering
Geldend
Geldend vanaf 15-12-1988
- Bronpublicatie:
09-11-1988, Stb. 1988, 541 (uitgifte: 13-12-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-12-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-1988, Stb. 1988, 541 (uitgifte: 13-12-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
1.
De archiefbescheiden betreffende zaken welke op het moment van privatisering nog niet zijn afgedaan, worden tijdelijk ter beschikking gesteld aan de rechtspersoon waaraan die taken worden overgedragen.
2.
De archiefbescheiden betreffende zaken welke op het moment van privatisering reeds zijn afgedaan kunnen, voor zover zij niet zijn overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats, tijdelijk ter beschikking worden gesteld aan de in het eerste lid bedoelde rechtspersoon.
3.
Een regeling waarbij taken van een archiefvormend onderdeel geheel of gedeeltelijk aan een rechtspersoon worden overgedragen, dient tevens te bepalen voor welk tijdvak van ten hoogste twintig jaar de in het eerste en tweede lid bedoelde archiefbescheiden ter beschikking worden gesteld.
4.
Van de krachtens het eerste en tweede lid ter beschikking gestelde archiefbescheiden dient een verklaring te worden opgemaakt, die tenminste inhoudt een specificatie van de desbetreffende archiefbescheiden. Een exemplaar van deze verklaring wordt bewaard door de desbetreffende minister, de algemene rijksarchivaris en de betrokken rechtspersoon. De overbrenging van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde archiefbescheiden naar een rijksarchiefbewaarplaats geschiedt als had geen privatisering plaatsgevonden.
5.
Het in artikel 19 van de Archiefwet 1962 bedoelde toezicht van de algemene rijksarchivaris blijft op de krachtens het eerste en tweede lid ter beschikking gestelde archiefbescheiden van toepassing.
6.
De kosten van het beheer van de krachtens het eerste en tweede lid ter beschikking gestelde archiefbescheiden komen ten laste van de rechtspersoon.
7.
Indien de ordening van de in het tweede lid bedoelde archiefbescheiden zich verzet tegen terbeschikkingstelling, is de in het eerste lid bedoelde rechtspersoon te allen tijde bevoegd inzage te nemen van die archiefbescheiden dan wel daarvan of daaruit reprodukties, afschriften of uittreksels te vorderen.