Einde inhoudsopgave
Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds
Artikel 86
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1998
- Bronpublicatie:
17-07-1995, Trb. 1996, 29 (uitgifte: 01-02-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-1998, Trb. 1998, 61 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
1.
Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.
2.
De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.
3.
Elk van beide partijen is verplicht de voor de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit vereiste maatregelen te treffen.
4.
Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan elk van beide partijen de andere ervan in kennis stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter moet aanwijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de Lid-Staten geacht één der beide partijen bij het geschil te zijn.
De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.
De scheidsrechters beslissen bij meerderheid van stemmen.
Elke partij bij het geschil moet het nodige doen om de beslissing van de scheidsrechters ten uitvoer te leggen.