Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 33 Steun in de vorm van loonsubsidies ten behoeve van de tewerkstelling van werknemers met een handicap
Geldend
Geldend van 01-07-2014 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Steun ten behoeve van de tewerkstelling van werknemers met een handicap is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
De in aanmerking komende kosten zijn de loonkosten gedurende de gehele periode dat de werknemer met een handicap in dienst is.
3.
Wanneer de aanwerving, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije twaalf maanden, geen nettotoename vertegenwoordigt van het aantal werknemers in de betrokken onderneming, zijn de vacatures ontstaan ten gevolge van ontslag op initiatief van de werknemer, van een handicap, van ouderdomspensionering, vermindering van de werktijd op initiatief van de werknemer of gewettigd ontslag om dringende redenen, en niet door afvloeiingen.
4.
Behalve in het geval van gewettigd ontslag om dringende redenen maken de werknemers met een handicap aanspraak op ononderbroken werkzaamheid gedurende een minimumperiode die in overeenstemming is met de toepasselijke nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten inzake arbeidscontracten (cao's) die juridisch bindend zijn voor de onderneming en die gelden ten aanzien van arbeidscontracten.
5.
De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 75 % van de in aanmerking komende kosten.