Einde inhoudsopgave
Regeling beveiliging nucleaire inrichtingen en splijtstoffen
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stcrt. 2017, 27098 (uitgifte: 08-06-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/229044)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2017, Stb. 2017, 312 (uitgifte: 19-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 26-04-2016, Stb. 180.
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
1.
De vergunninghouder 15, onder b, Kew beoordeelt elke tien jaar of het beveiligingspakket, bedoeld in artikel 4, eerste lid, voldoet aan de stand van de techniek. Daartoe worden de getroffen beveiligingsmaatregelen vergeleken met de op dat moment meest doeltreffende technieken die economisch en technisch gezien redelijkerwijs haalbaar zijn voor het bereiken van een hoog niveau van beveiliging. Indien de vergunninghouder 15, onder b, Kew op grond van de voorschriften in de vergunning een tienjaarlijkse evaluatie voor de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming moet uitvoeren, dan wordt de beoordeling tegelijkertijd met deze evaluatie uitgevoerd.
2.
De vergunninghouder 15, onder b, Kew past het beveiligingspakket, bedoeld in artikel 4, eerste lid, aan voor zover de resultaten van de in het eerste lid bedoelde beoordeling daartoe aanleiding geven.
3.
De Autoriteit kan een vergunninghouder 15, onder b, Kew, opdragen een of meer extra beoordelingen binnen het tijdvak van tien jaar te doen indien dat naar zijn oordeel met het oog op het niveau van beveiliging noodzakelijk is.