Einde inhoudsopgave
Besluit langdurige zorg
Artikel 3.6.2 [Weigering pgb]
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2021
- Bronpublicatie:
07-07-2021, Stb. 2021, 341 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 342 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Het zorgkantoor verleent geen persoonsgebonden budget indien:
- a.
de verzekerde krachtens een indicatiebesluit is aangewezen op een bij ministeriële regeling genoemd zorgprofiel;
- b.
de verzekerde weigert om het budgetplan met het zorgkantoor te bespreken of, na daartoe door het zorgkantoor te zijn opgeroepen, niet verschijnt;
- c.
de verzekerde het door het zorgkantoor vastgestelde aanvraagformulier niet volledig en juist heeft ingevuld;
- d.
de verzekerde, gelet op de door hem verstrekte gegevens of bescheiden, voornemens is om het persoonsgebonden budget uitsluitend te besteden aan de inkoop van zorg bij zorgaanbieders die gecontracteerd zijn door de Wlz-uitvoerder.
2.
Het zorgkantoor kan besluiten de verleningsbeschikking niet in te trekken indien de verzekerde het persoonsgebonden budget geheel besteedt aan de inkoop van zorg bij een kleinschalig wooninitiatief als bedoeld in artikel 3.1.4, tweede lid, dat nadat het kleinschalig wooninitiatief aan betreffende verzekerde zorg heeft verleend ten laste van een persoonsgebonden budget op grond van deze wet, inmiddels gecontracteerd is door de Wlz-uitvoerder.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de verlening of weigering van een persoonsgebonden budget.