Einde inhoudsopgave
Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval
Artikel 21 Verantwoordelijkheid van de vergunninghouder
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2001
- Redactionele toelichting
In het Tractatenblad is lid 1 niet genummerd.
- Bronpublicatie:
05-09-1997, Trb. 1999, 164 (uitgifte: 03-09-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2001, Trb. 2001, 111 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
Elke Verdragsluitende Partij zorgt ervoor dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid van een installatie voor het beheer van bestraalde splijtstof of radioactief afval berust bij de houder van de desbetreffende vergunning en neemt passende maatregelen om te waarborgen dat iedere vergunninghouder zijn verantwoordelijkheid in acht neemt.
2.
Indien er geen vergunninghouder of andere verantwoordelijke partij is, berust de verantwoordelijkheid bij de Verdragsluitende Partij die de jurisdictie heeft over de bestraalde splijtstof of over het radioactieve afval.