Einde inhoudsopgave
Besluit energie vervoer
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
20-12-2021, Stb. 2021, 619 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2021, Stb. 2021, 620 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Vervoersrecht / Wegvervoer
Energierecht / Energieopwekking
1.
Elektriciteit die geleverd wordt aan de bestemmingen, bedoeld in artikel 9.7.4.1, eerste lid, onderdeel e, van de wet, kan slechts worden ingeboekt in het register door een onderneming die afnemer is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Elektriciteitswet 1998 en die:
- a.
een aansluiting heeft als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van die wet die, dan wel een secundair allocatiepunt als bedoeld in het codebesluit meerdere leveranciers op een aansluiting (Stcrt. 2017, 39821) dat, uitsluitend bestemd is voor de levering van elektriciteit aan die bestemmingen en gekoppeld is aan een bemeterd leverpunt;
- b.
beschikt over een bemeterd leverpunt, voorzien van een geregeld meetinstrument als bedoeld in artikel 1 van de Metrologiewet, met een geldige conformiteitsbeoordeling als bedoeld in artikel 6 van die wet en voorzien van de voor dat meetinstrument voorgeschreven merktekens als bedoeld in artikel 8 van die wet; of
- c.
een aansluiting heeft als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van die wet die uitsluitend bestemd is voor de levering van elektriciteit aan die bestemmingen en die als onderneming openbaar vervoersdiensten aanbiedt.
2.
Elektriciteit die geleverd wordt aan de bestemmingen als bedoeld in artikel 9.7.4.1, eerste lid, onderdeel e, van de wet, met behulp van een directe lijn, kan slechts worden ingeboekt in het register door een onderneming die elektriciteit levert met behulp van een bemeterd leverpunt.
3.
In afwijking van het eerste lid kan elektriciteit die geleverd wordt aan binnenvaartschepen worden ingeboekt in het register door een onderneming die de elektriciteit levert met behulp van een accupakket of elektrolyt.
4.
Voor elektriciteit als bedoeld in het tweede lid, die wordt opgewekt met biomassabrandstoffen als bedoeld in artikel 2, zevenentwintigste lid, van de richtlijn hernieuwbare energie, voldoen bedoelde biomassabrandstoffen aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria, bedoeld in artikel 29, tweede tot en met zevende lid en tiende lid, en aan de efficiëntie-eisen, bedoeld in artikel 29, elfde lid, van die richtlijn.
5.
Voor de elektriciteit als bedoeld in het tweede lid die wordt ingeboekt in het register is geen exploitatiesubsidie betaald.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- a.
elektriciteit die geleverd wordt met behulp van een directe lijn als bedoeld in het tweede lid;
- b.
het aantonen van geleverde elektriciteit met behulp van een accupakket of elektrolyt als bedoeld in het derde lid;
- c.
het aantonen of de geleverde elektriciteit tot een aanvullende hernieuwbare energieproductiecapaciteit heeft geleid.