Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9373 (uitgifte: 31-03-2023, regelingnummer: WBV 2023/7)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9373 (uitgifte: 31-03-2023, regelingnummer: WBV 2023/7)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
In dit hoofdstuk zijn beleidsregels opgenomen voor vreemdelingen die in Nederland willen verblijven op tijdelijke humanitaire gronden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende verblijfsdoelen:
- •
eergerelateerd en huiselijk geweld;
- •
slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel;
- •
vreemdelingen die buiten hun schuld niet uit Nederland kunnen vertrekken;
- •
amv’s die buiten hun schuld niet uit Nederland kunnen vertrekken;
- •
remigratie op grond van artikel 8 Remigratiewet;
- •
overgangsrecht naar aanleiding van wijziging beleid voor amv’s per 1 juni 2013;
- •
verblijf in afwachting van een verzoek ex artikel 17 RWN;
- •
medische behandeling;
- •
verwesterde schoolgaande minderjarige vrouwen;
- •
plaatsing in een pleeggezin of instelling in Nederland op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996;
- •
verblijf van vreemdelingen die zich in de terminale fase van een ziekte bevinden;
- •
verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;
- •
verblijf als beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid;
- •
mensenrechtenverdedigers.
De beleidsregels zijn een aanvulling op of een uitwerking van de artikelen 3.6, 3.46, 3.48, 3.49, 3.99a, 3.102b, 61c[lees: 6.1c] en 6.1d Vb.