Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 6.4.1 Beëindiging van afdwingbaarheid van vorderingen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
Tot het tijdstip waarop de insolventie eindigt op grond van artikel 6.5.4, onder a of c, kan de schuldenaar die een natuurlijk persoon is de rechtbank schriftelijk verzoeken te bepalen dat de insolventievorderingen en de boedelvorderingen, voor zover zij in het kader van de insolventie niet worden voldaan, niet langer afdwingbaar zijn.
2.
De rechtbank bepaalt dag, uur en plaats voor de terechtzitting waarop het verzoek wordt behandeld. De bewindvoerder geeft van deze gegevens schriftelijk kennis aan alle bekende schuldeisers, daaronder begrepen boedelschuldeisers.
3.
Uiterlijk één week voor de terechtzitting wordt door de bewindvoerder schriftelijk advies uitgebracht en ter griffie voor een ieder ter inzage gelegd. De schuldenaar woont de zitting in persoon bij, tenzij de rechtbank anders bepaalt.
4.
De rechtbank kan iedere verschenen schuldeiser en andere belanghebbende in de gelegenheid stellen in persoon, bij schriftelijk gemachtigde, deurwaarder of advocaat het woord te voeren.
5.
De rechtbank zal na de behandeling ter terechtzitting met bekwame spoed uitspraak doen. De beschikking wordt ter openbare zitting uitgesproken.