Einde inhoudsopgave
Statuten van het Europees Investeringsfonds
Artikel 7 Aandelen
Geldend
Geldend vanaf 27-05-2014
- Bronpublicatie:
27-05-2014, PbEU 2015, C 95 (uitgifte: 21-03-2015, regelingnummer: 2015/C95/10)
- Inwerkingtreding
27-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2014, PbEU 2015, C 95 (uitgifte: 21-03-2015, regelingnummer: 2015/C95/10)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Op de aandelen in het geplaatste aanvangskapitaal zal 20 % worden gestort, en wel in vier gelijke jaarlijkse termijnen.
2.
In geval van een verhoging van het geplaatste kapitaal neemt de algemene vergadering een besluit over de wijze van storting op de aandelen.
3.
De algemene vergadering kan op voorstel van de raad van bestuur betaling van het geplaatste, maar nog niet gestorte kapitaal verlangen, voor zover dat noodzakelijk is om aan de verplichtingen van het Fonds jegens zijn schuldeisers te voldoen. Stortingen geschieden binnen de 90 dagen vanaf het moment dat de algemene vergadering het besluit heeft genomen.
4.
De betalingen worden verricht in euro.
5.
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de raad van bestuur kunnen de aandelen niet verpand of op welke manier dan ook bezwaard worden.
6.
Onverminderd het bepaalde van artikel 5, lid 4, van de statuten, is geen enkel lid in zijn hoedanigheid van lid van het Fonds op enigerlei wijze aansprakelijk voor de door het Fonds aangegane verplichtingen.
7.
De beschikbare middelen die het Fonds niet onmiddellijk voor zijn werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 benut, kunnen op de financiële markten worden uitgezet. Bij het beheer van de uitgezette gelden verricht het Fonds geen deviezenarbitrages die niet rechtstreeks noodzakelijk zijn voor zijn bedrijfsuitoefening of voor de nakoming van de verplichtingen die het is aangegaan.
8.
De leden van het Fonds kunnen hun aandelen van de hand doen door deze over te dragen aan een ander lid of aan derden overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de statuten. Indien een lid zich wenst te ontdoen van zijn aandelen, zal hij deze aanbieden aan de Bank, of met haar instemming, aan enig ander lid van het Fonds of aan derden die beantwoorden aan de criteria van artikel 4, lid 2, van de statuten.