Einde inhoudsopgave
Besluit 2009/316/JBZ betreffende de oprichting van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) overeenkomstig artikel 11 van Kaderbesluit 2009/315/JBZ
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 07-04-2009
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
06-04-2009, PbEU 2009, L 93 (uitgifte: 07-04-2009, regelingnummer: 2009/316/JBZ)
- Inwerkingtreding
07-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-04-2009, PbEU 2009, L 93 (uitgifte: 07-04-2009, regelingnummer: 2009/316/JBZ)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Besluit van de Raad van 6 april 2009 betreffende de oprichting van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) overeenkomstig artikel 11 van Kaderbesluit 2009/315/JBZ
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31 en artikel 34, lid 2, onder c),
Gelet op Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisselingen van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (1), en met name op artikel 11, lid 4,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is het doel van de Unie de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen. Hiervoor is het nodig dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten systematisch gegevens uit de strafregisters uitwisselen op een manier die een uniforme interpretatie van de gegevens en efficiënte uitwisseling garandeert.
- (2)
Gegevens over strafrechtelijke veroordelingen van onderdanen in andere lidstaten worden thans uitgewisseld op basis van het Europees Verdrag van de Raad van Europa van 20 april 1959 aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken, maar dit verloopt niet efficiënt. Daarom is er behoefte aan efficiëntere en meer toegankelijke procedures voor de uitwisseling van dergelijke gegevens op EU-niveau.
- (3)
De verbetering van de uitwisseling van gegevens over veroordelingen werd in de verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme van de Europese Raad van 25 en 26 maart 2004 als prioriteit aangemerkt en dit werd later bevestigd in het Haags Programma (3) en in het actieplan (4) ter uitvoering daarvan. Voorts heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 21 en 22 juni 2007 een geautomatiseerde koppeling van de strafregisters op EU-niveau als politieke prioriteit erkend.
- (4)
De geautomatiseerde koppeling van strafregisters is een onderdeel van het E-Justice project, dat door de Europese Raad in 2007 verscheidene malen als prioriteit werd erkend.
- (5)
Momenteel loopt er een proefproject om de strafregisters te koppelen. De resultaten daarvan kunnen als basis dienen voor de verdere werkzaamheden over geautomatiseerde gegevensuitwisseling op het niveau van de Europese Unie.
- (6)
Dit besluit heeft als doel Kaderbesluit 2009/315/JBZ uit te voeren teneinde een geautomatiseerd systeem voor de uitwisseling van gegevens over strafrechtelijke veroordelingen tussen de lidstaten op te bouwen en te ontwikkelen. Via een dergelijk systeem kan de lidstaat die gegevens over een veroordeling ontvangt, die gegevens gemakkelijk begrijpen. Daarom dient een standaardformaat te worden vastgesteld waarmee gegevens kunnen worden uitgewisseld in een homogene en elektronische vorm die automatische vertaling vergemakkelijkt, alsook andere bepalingen inzake organisatie en vergemakkelijking van de elektronische gegevensuitwisseling over strafrechtelijke veroordelingen tussen de centrale autoriteiten van de lidstaten.
- (7)
Dit besluit is gebaseerd op de beginselen die zijn vastgelegd bij Besluit 2009/315/JBZ en vormt een aanvulling op en toepassing van die beginselen vanuit technisch oogpunt.
- (8)
De in het systeem op te nemen categorieën gegevens, de doelen waarvoor gegevens moeten worden opgenomen, de criteria voor de opneming, de autoriteiten die toegang hebben tot de gegevens, en een aantal specifieke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens zijn vastgesteld in Kaderbesluit 2009/315/JBZ .
- (9)
Noch dit besluit noch Kaderbesluit 2009/315/JBZ legt een verplichting op om gegevens over niet-strafrechtelijke uitspraken uit te wisselen.
- (10)
Aangezien het doel van dit besluit er niet in bestaat de nationale strafregistersystemen te harmoniseren, is de lidstaat van veroordeling niet verplicht zijn intern strafregistersysteem te wijzigen voor wat het binnenlandse gebruik van gegevens betreft.
- (11)
Het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) is een gedecentraliseerd informatietechnologiesysteem. De gegevens van het strafregister mogen alleen worden opgeslagen in door de lidstaten beheerde databanken en er mag geen rechtstreekse onlinetoegang zijn tot de strafregisterdatabanken van andere lidstaten. De lidstaten dienen zelf verantwoordelijk te zijn voor het beheer van de nationale strafregisterdatabanken en voor een efficiënt verloop van de gegevensuitwisselingen. Het S-TESTA netwerk dient aanvankelijk te worden gebruikt als gemeenschappelijke communicatie-infrastructuur van ECRIS. Alle uitgaven voor de gemeenschappelijke communicatie-infrastructuur moeten onder de algemene begroting van de Europese Unie vallen.
- (12)
De referentietabellen van categorieën strafbare feiten en categorieën straffen en maatregelen in dit besluit dienen automatische vertaling te vergemakkelijken en een uniforme interpretatie van de meegedeelde gegevens mogelijk te maken door middel van een systeem van codes. De inhoud van de tabellen is het resultaat van de analyse van de behoeften van alle 27 lidstaten. Bij die analyse werd rekening gehouden met de categorisering van het proefproject en met de resultaten van de oefening om verschillende nationale strafbare feiten en straffen in clusters samen te brengen. Bovendien werd daarbij, voor wat de tabel met strafbare feiten betreft, ook rekening gehouden met de bestaande geharmoniseerde gemeenschappelijke definities op Europees en internationaal niveau alsook met de gegevensmodellen van Eurojust en Europol.
- (13)
Om een uniforme interpretatie en de doorzichtigheid van de gemeenschappelijke categorisering te garanderen, dient elke lidstaat de lijst over te leggen van nationale strafbare feiten en straffen en maatregelen die onder elke in de respectieve tabel vermelde categorie vallen. De lidstaten kunnen een omschrijving van strafbare feiten en straffen en maatregelen verstrekken en gezien het nut van een dergelijke omschrijving dienen zij te worden aangemoedigd zulks te doen. Die gegevens moeten toegankelijk worden gemaakt voor de lidstaten.
- (14)
De referentietabellen van categorieën strafbare feiten en categorieën straffen in dit besluit zijn niet bedoeld om juridische equivalenties tussen bestaande strafbare feiten en straffen en maatregelen op nationaal niveau tot stand te brengen. Zij dienen als instrument om de ontvanger te helpen begrijpen op welk(e) feit(en) en soort straf(fen) de meegedeelde informatie betrekking heeft. De juistheid van de vermelde codes kan niet volledig worden gewaarborgd door de informatieverstrekkende lidstaat, en de uitlegging van de informatie door bevoegde autoriteiten in de ontvangende lidstaat wordt er niet door in het gedrang gebracht.
- (15)
De referentietabellen van categorieën strafbare feiten en straffen en maatregelen worden herzien en bijgewerkt overeenkomstig de procedure voor het vaststellen van de maatregelen tot uitvoering van de wetgevingsbesluiten van de Raad, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie.
- (16)
Tussen de lidstaten en de Commissie vinden, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie, wederzijdse informatie en onderling overleg plaats in de Raad, teneinde een niet-bindende praktische handleiding voor rechtsbeoefenaren op te stellen die voorschriften bevat ten aanzien van de procedures inzake de uitwisseling van gegevens en met name de modaliteiten voor de identificatie van plegers van strafbare feiten, een gemeenschappelijke interpretatie van de categorieën strafbare feiten en straffen en maatregelen, een toelichting bij problematische nationale strafbare feiten en straffen en maatregelen, alsmede om voor de nodige coördinatie te zorgen voor de werking en de ontwikkeling van ECRIS.
- (17)
Om de ontwikkeling van ECRIS te versnellen, dient de Commissie een aantal technische maatregelen te treffen om de lidstaten bij te staan bij het instellen van de technische infrastructuur die hun strafregisterdatabanken moet koppelen. De Commissie kan de lidstaten een referentie-implementatiesoftware verstrekken, d.w.z. geschikte software om deze koppeling te maken. De lidstaten kunnen ervoor kiezen deze toe te passen in plaats van hun eigen koppelingssoftware om het gemeenschappelijke stel protocollen met het oog op de uitwisseling van informatie tussen strafregisterdatabases uit te voeren.
- (18)
Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 betreffende de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (5) dient van toepassing te zijn in de context van de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten, een adequaat niveau van gegevensbescherming te bieden bij de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en hogere normen op nationaal niveau in de lidstaten mogelijk te maken.
- (19)
Daar het doel van dit besluit, namelijk de ontwikkeling van een elektronisch systeem voor geautomatiseerde uitwisseling van gegevens over strafrechtelijke veroordelingen tussen lidstaten, niet naar behoren eenzijdig door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, en derhalve wegens een behoefte aan een gecoördineerd optreden in de Europese Unie, beter op EU-niveau kan worden verwezenlijkt, kan de Raad overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, waarnaar in artikel 2 van het EU-Verdrag wordt verwezen, maatregelen treffen. Overeenkomstig het in genoemd artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
- (20)
Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd,
BESLUIT: