Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende minimum-normen van sociale zekerheid
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1955
- Bronpublicatie:
28-06-1952, Trb. 1953, 69 (uitgifte: 04-09-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-04-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1963, Trb. 1963, 37 (uitgifte: 01-03-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
In geval van ziektetoestand moeten de verstrekkingen de in de leden 2 en 3 van dit artikel aangegeven geneeskundige zorg omvatten.
2.
De geneeskundige zorg moet omvatten:
- a)
hulp van algemene artsen en specialisten aan personen, die al dan niet in een ziekenhuis zijn opgenomen, met inbegrip van bezoeken aan huis;
- b)
tandheelkundige zorg;
- c)
verpleging, hetzij aan huis, hetzij in een ziekenhuis of in een andere geneeskundige inrichting;
- d)
kosten van opname in een ziekenhuis, herstellingsoord, sanatorium of andere geneeskundige inrichting;
- e)
tandheelkundige, pharmaceutische en andere medische of chirurgische verstrekkingen, met inbegrip van prothesen en het onderhoud daarvan, alsmede brillen;
- f)
de diensten, verleend door een beoefenaar van een ander beroep, hetwelk wettelijk erkend is als verwant aan het beroep van medicus, onder toezicht van een medicus of van een tandarts.
3.
Wanneer een verklaring is afgelegd op grond van artikel 3, moet de geneeskundige hulp ten minste het volgende omvatten:
- a)
de hulp van algemene artsen, met inbegrip van bezoeken aan huis;
- b)
de hulp van specialisten, verleend in ziekenhuizen, aan personen, die al dan niet in een ziekenhuis zijn opgenomen, alsmede de hulp van specialisten, welke buiten een ziekenhuis kan worden verleend;
- c)
de verstrekking van noodzakelijke geneesmiddelen op voorschrift van een geneeskundige of van een andere daartoe bevoegde persoon;
- d)
de opneming in een ziekenhuis, wanneer deze noodzakelijk is.
4.
De geneeskundige zorg, verleend overeenkomstig de voorgaande leden, moet strekken tot instandhouding, herstel of verbetering van de gezondheid van de beschermde persoon, alsmede van diens geschiktheid om te werken en om te voorzien in zijn persoonlijke behoeften.