Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2011
- Bronpublicatie:
11-05-2011, PbEU 2011, L 132 (uitgifte: 19-05-2011, regelingnummer: 2011/51/EU)
- Inwerkingtreding
20-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2011, PbEU 2011, L 132 (uitgifte: 19-05-2011, regelingnummer: 2011/51/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘onderdaan van een derde land’: eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag;
- b)
‘langdurig ingezetene’: iedere onderdaan van een derde land die de in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde status van langdurig ingezetene bezit;
- c)
‘eerste lidstaat’: de lidstaat die als eerste de status van langdurig ingezetene heeft toegekend aan de betrokken onderdaan van een derde land;
- d)
‘tweede lidstaat’: de lidstaat waarin een onderdaan van een derde land zijn recht van verblijf uitoefent en die niet de lidstaat is die hem als eerste de status van langdurig ingezetene heeft toegekend;
- e)
‘gezinsleden’: onderdanen van een derde land die in de betrokken lidstaat verblijven overeenkomstig Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (1);
- f)
‘internationale bescherming’: internationale bescherming zoals omschreven in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (2);
- g)
‘EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen’: verblijfsvergunning die door de betrokken lidstaat wordt afgegeven bij de toekenning van de status van langdurig ingezetene.