Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 163ca (behoort bij hoofdstuk 21)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
08-07-2015, Stb. 2015, 306 (uitgifte: 21-07-2015, kamerstukken: 34112)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-2015, Stb. 2015, 419 (uitgifte: 20-11-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
1.
De uitkering van een betrokkene wordt voortgezet tot zijn pensioengerechtigde leeftijd indien hij:
- a.
op 27 februari 2010 benoemd was als lid van gedeputeerde staten, wethouder of lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente,
- b.
in zijn functie herbenoemd is onmiddellijk na de verkiezingen voor de leden van provinciale staten van 2 maart 2011, onderscheidenlijk de verkiezingen voor de gemeenteraad van 3 maart 2010,
- c.
bij zijn herbenoeming ten minste 50 jaar oud was en
- d.
voldoet aan de in artikel 132, tweede lid, bedoelde eisen ten aanzien van de diensttijd.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap dat geen overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP is, met dien verstande dat het betreft de eerstvolgende verkiezingen voor het algemeen bestuur van het waterschap na 27 februari 2010.
3.
De uitkering van een betrokkene wordt voortgezet tot zijn pensioengerechtigde leeftijd indien hij:
- a.
op 27 februari 2010 benoemd was als lid van het dagelijks bestuur van een waterschap dat geen overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP is,
- b.
onmiddellijk na de eerstvolgende verkiezingen voor het algemeen bestuur van het waterschap na 27 februari 2010 niet is herbenoemd,
- c.
bij zijn herbenoeming ten minste vijftig jaar oud is, en
- d.
in het tijdvak van twaalf jaren dat aan de datum van herbenoeming voorafgaat ten minste tien jaren lid van het dagelijks bestuur is geweest.
4.
Uitkeringen ter zake van een ontslag of aftreden vóór 27 juli 2013 worden verstrekt overeenkomstig de regels zoals die golden op de dag voorafgaand aan dat tijdstip.
5.
De uitkering van een betrokkene ter zake van een ontslag of aftreden vóór 27 juli 2013 wordt voortgezet tot zijn pensioengerechtigde leeftijd indien zij is toegekend op grond van artikel 132, tweede lid.
6.
Artikel 132, tweede lid, is niet van toepassing op een ontslag of aftreden dat is ingegaan voor de datum van inwerkingtreding van de Wet verkorting duur voortgezette uitkering Appa.
7.
Een belanghebbende die op de datum van inwerkingtreding van de Wet verkorting duur voortgezette uitkering Appa gedeputeerde is, wordt bij ontslag of aftreden een uitkering verstrekt overeenkomstig de regels zoals die golden op de dag vóór die datum.