Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012
Artikel 45 Operationele risico's
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 17-01-2025.
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2554)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2554)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CSD identificeert bronnen van zowel intern als extern operationeel risico en beperkt de impact daarvan tot een minimum door het gebruik van passende IT-instrumenten, -controles en -procedures die worden opgezet en beheerd in overeenstemming met Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (1), alsmede via andere relevante passende instrumenten, controles en procedures voor andere soorten operationele risico’s, inclusief voor alle effectenafwikkelingssystemen die zij exploiteert.
2.
Vervallen.
3.
Voor diensten die zij verricht en voor elk effectenafwikkelingssysteem dat zij exploiteert, draagt een CSD zorg voor het vaststellen, implementeren en aanhouden van een adequaat bedrijfscontinuïteitsbeleid en noodherstelplan, met inbegrip van ICT-bedrijfscontinuïteitsbeleid en ICT-respons en -herstelplannen die zijn opgezet overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554, om te zorgen voor het behoud van haar diensten, het tijdig herstel van de bedrijfsactiviteiten en de vervulling van de verplichtingen van de CSD bij gebeurtenissen die een significant risico op verstoring van transacties inhouden.
4.
Het in lid 3 bedoelde plan maakt het mogelijk alle transacties en posities van deelnemers op het ogenblik van de verstoring te herstellen, zodat de deelnemers aan een CSD hun bedrijvigheid met zekerheid kunnen voortzetten en de afwikkeling op de geplande datum kunnen uitvoeren, onder meer door ervoor te zorgen dat kritieke IT-systemen na de verstoring weer operationeel worden, zoals bepaald in artikel 12, leden 5 en 7, van Verordening (EU) 2022/2554.
5.
De CSD plant en geeft uitvoering aan een programma van tests voor de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde regelingen.
6.
Een CSD is belast met het identificeren, monitoren en beheersen van de risico’s die belangrijke deelnemers aan het effectenafwikkelingssysteem dat zij exploiteert alsook dienstverrichters en aanbieders van hulpprogramma’s en andere CSD’s of andere marktinfrastructuren voor haar bedrijfsactiviteiten kunnen inhouden. Zij verstrekt desgevraagd de bevoegde en de relevante autoriteiten informatie over eventuele geïdentificeerde risico’s. Zij stelt de bevoegde autoriteit en de relevante autoriteiten ook onverwijld in kennis van andere operationele incidenten ten gevolge van deze risico’s dan die welke betrekking hebben op ICT-risico’s.
7.
De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de in de leden 1 en 6 bedoelde operationele risico’s die geen ICT-risico zijn, en de methoden om die risico’s te testen, aan te pakken of te beperken, met inbegrip van het bedrijfscontinuïteitsbeleid en de noodherstelplannen bedoeld in de leden 3 en 4 en de methoden om die te beoordelen.
De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 18 juni 2015 aan de Commissie voor.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voetnoten
Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).