Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 61 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 13-09-2002. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-12-2001
- Bronpublicatie:
22-07-2002, Stb. 2002, 453 (uitgifte: 12-09-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-09-2002, terugwerkend tot: 01-12-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2002, Stb. 2002, 453 (uitgifte: 12-09-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
‘verlof’ elke vorm van verlof genoemd in het tweede lid;
- b.
‘militair’ de militair in werkelijke dienst;
- c.
‘maand’ de periode tussen een datum van een kalendermaand en de overeenkomstige datum van de volgende kalendermaand, waarbij een resterend aantal van zestien of meer dagen voor een maand wordt gerekend.
2.
De verloven die aan de militair kunnen worden verleend worden onderscheiden in:
- a.
vakantieverlof;
- b.
inschepings- en ontschepingsverlof;
- c.
buitengewoon verlof;
- d.
buitengewoon verlof in het kader van arbeid en zorg.