Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/29/EU vaststelling minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten
Artikel 7 Recht op vertolking en vertaling
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2012
- Bronpublicatie:
25-10-2012, PbEU 2012, L 315 (uitgifte: 14-11-2012, regelingnummer: 2012/29/EU)
- Inwerkingtreding
15-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2012, PbEU 2012, L 315 (uitgifte: 14-11-2012, regelingnummer: 2012/29/EU)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat, overeenkomstig de rol van het slachtoffer in de strafprocedure in het toepasselijke strafrechtstelsel, het slachtoffer dat de taal van de strafprocedure niet begrijpt of spreekt, op verzoek, kosteloos door een tolk wordt bijgestaan, ten minste wanneer hij in de loop van de strafprocedure door onderzoeks- en gerechtelijke instanties wordt gehoord of ondervraagd — onder meer door de politie — en wanneer hij actief deelneemt aan de terechtzitting en eventueel noodzakelijke tussentijdse zittingen.
2.
Onverminderd de rechten van de verdediging en overeenkomstig de regels inzake de beoordelingvrijheid van de rechter kan gebruik worden gemaakt van communicatietechnologie zoals videoconferentie, telefoon of het internet, tenzij de aanwezigheid van de tolk ter plaatse vereist is om te waarborgen dat het slachtoffer zijn rechten kan uitoefenen of de procedure kan begrijpen.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat aan het slachtoffer dat de taal van de strafprocedure niet begrijpt of spreekt, overeenkomstig diens rol in de strafprocedure in het toepasselijke strafrechtstelsel, op verzoek, kosteloos een vertaling wordt verstrekt van informatie die essentieel is om zijn rechten in de strafprocedure te kunnen uitoefenen, in een taal die hij begrijpt, voor zover dergelijke informatie aan het slachtoffer ter beschikking wordt gesteld. Vertalingen van dergelijke informatie omvatten ten minste iedere beslissing die een einde maakt aan de strafprocedure in verband met het tegen het slachtoffer gepleegde strafbare feit, alsmede, op verzoek van het slachtoffer, de motivering of een korte samenvatting van de motivering van de beslissing, behalve in het geval van een door een jury uitgesproken beslissing of een beslissing waarvan de motivering vertrouwelijk is, in welke gevallen de motivering krachtens het nationale recht niet behoeft te worden verstrekt.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat aan het slachtoffer dat, overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), het recht heeft geïnformeerd te worden over het tijdstip en de plaats van de terechtzitting, en de taal van de bevoegde autoriteit niet begrijpt een vertaling wordt verstrekt van de informatie waarop hij, op verzoek, recht heeft.
5.
Een document kan op gemotiveerd verzoek van het slachtoffer als essentieel worden aangemerkt. Onderdelen van essentiële documenten die niet relevant zijn om het slachtoffer in staat te stellen actief deel te nemen aan de strafprocedure, behoeven niet te worden vertaald.
6.
Onverminderd de leden 1 en 3, kan, in plaats van een schriftelijke vertaling, een mondelinge vertaling of samenvatting van de essentiële documenten worden verstrekt, op voorwaarde dat de mondelinge vertaling of samenvatting de eerlijke procesvoering onverlet laat.
7.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteit beoordeelt of het slachtoffer vertolking of vertaling als bedoeld in de leden 1 en 3 nodig heeft. Het slachtoffer kan bezwaar maken tegen de beslissing geen vertolking of vertaling te verstrekken. De procedureregels voor een dergelijk bezwaar worden door het nationale recht bepaald.
8.
De vertolking en vertaling, alsmede de behandeling van het bezwaar tegen de beslissing geen vertolking of vertaling te verstrekken uit hoofde van dit artikel, mogen niet tot een onredelijke verlenging van de strafprocedure leiden.