Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2018
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2018, Stb. 2018, 119 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Het is de ambtenaar van een dienst verboden, anders dan in de uitoefening van zijn functie, te reizen naar dan wel te verblijven in:
- a.
een land waar feitelijk een gewapend conflict bestaat;
- b.
door Onze betrokken Ministers gezamenlijk bij ministeriële regeling aangewezen landen waarin het verblijf door een ambtenaar van een dienst een bijzonder risico voor de nationale veiligheid kan opleveren.
2.
Onze betrokken Minister kan ontheffing van het in het eerste lid bedoelde verbod verlenen, indien dringende persoonlijke of andere belangen van de betrokken ambtenaar dat vereisen en de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat zich daartegen niet verzetten.
3.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de coördinator, de aan hem ondergeschikte ambtenaren en de krachtens artikel 91, tweede lid, en artikel 92, tweede lid, aangewezen ambtenaren.