Einde inhoudsopgave
Besluit politieke delinquenten 1945
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 19-05-1948
- Redactionele toelichting
Dit artikel is buiten werking gesteld.
- Bronpublicatie:
13-05-1948, Stb. 1948, I 186 (uitgifte: 18-05-1948, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-05-1948
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-1948, Stb. 1948, I 186 (uitgifte: 18-05-1948, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In geval van voorwaardelijke buitenvervolgingstelling is de buiten vervolging gestelde van rechtswege voor tien jaren ontzet van het recht tot:
- 1°
Het bekleeden van ambten, het verrichten van werkzaamheden krachtens indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht door of vanwege het Rijk of eenig openbaar lichaam daaronder niet begrepen.
- 2e.
het dienen bij de gewapende macht;
- 3e.
het kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen;
- 4e.
het zijn van raadsman of gerechtelijk bewindvoerder, tenzij door of vanwege den procureur-fiscaal anders wordt bepaald.
2.
Artikel 5, tweede lid, van het Tribunaalbesluit is van overeenkomstige toepassing.
3.
Hij, die een recht uitoefent, wetende dat hij daarvan ingevolge het voorgaande lid is ontzet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste tien duizend gulden. Het feit wordt beschouwd als een misdrijf.