Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt.15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 499 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
1.
De bestuurder alsmede degene op wie met betrekking tot een motorrijtuig de verplichting rust tot het sluiten van een verzekering welke voldoet aan de bij en krachtens deze wet gestelde bepalingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie indien aan deze verzekeringsplicht niet is voldaan.
2.
Bij veroordeling wegens het strafbare feit, omschreven in het eerste lid, kan de rechter tevens de schuldige de bevoegdheid ontzeggen motorrijtuigen te besturen voor de tijd van ten hoogste één jaar en, ingeval tijdens het plegen van het strafbare feit nog geen vijf jaren zijn verlopen na het einde van de tijdsduur, waarvoor bij een vroegere onherroepelijke veroordeling de schuldige de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen is ontzegd, voor de tijd van ten hoogste vijf jaren.
3.
Bij veroordeling wegens het strafbare feit, omschreven in het eerste lid, kan de rechter tevens degene die de verplichting tot verzekering niet is nagekomen en de bestuurder de bijkomende straf van storting van een bedrag van ten hoogste USD 1.680,– in het Waarborgfonds Motorverkeer opleggen.
4.
De in het vorige lid bedoelde bijkomende straf wordt ten uitvoer gelegd op wijze als voor tenuitvoerlegging van geldboeten is bepaald, met dien verstande dat geen vervangende vrijheidsstraf wordt toegepast. Het openbaar ministerie draagt er zorg voor, dat geïnde bedragen tegen kwijting aan het Waarborgfonds Motorverkeer worden uitgekeerd.