Einde inhoudsopgave
Besluit gereglementeerde markten Wft
Artikel 4e [Regeling minimale verhandelingseenheid]
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2020
- Bronpublicatie:
20-03-2020, Stb. 2020, 102 (uitgifte: 25-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2020, Stb. 2020, 102 (uitgifte: 25-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De regelingen, bedoeld in artikel 5:30d, eerste lid, van de wet zijn:
- a.
afgestemd op het liquiditeitsprofiel van het desbetreffende financieel instrument op verschillende markten en op het gemiddelde verschil tussen de biedprijzen en laatprijzen en houden rekening met de wenselijkheid van redelijk stabiele prijzen, waarbij de verdere verkleining van het verschil tussen de biedprijzen en laatprijzen niet onnodig wordt beperkt; en
- b.
zo opgezet dat de omvang van de minimale verhandelingseenheid is afgestemd op elk afzonderlijk financieel instrument.
2.
Toepassing van de regelingen, bedoeld in artikel 5:30d, eerste lid, van de wet, belet niet dat gereglementeerde markten orders die aanzienlijk van omvang zijn matchen op de mid-point van de actuele biedprijzen en laatprijzen.