Einde inhoudsopgave
Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
Na het overlijden van degene, aan wie een pensioen is toegekend, wordt het pensioen tot en met de laatste dag van de maand waarin het overlijden heeft plaatsgevonden, uitbetaald aan de persoon of personen, die daarvoor naar het oordeel van Onze Minister op billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt, dan wel komen, mits deze daartoe binnen zes maanden na het overlijden een verzoek bij Onze Minister heeft, dan wel hebben ingediend.
2.
Na het overlijden van degene, aan wie een pensioen is toegekend, wordt een bedrag ineens, gelijk aan driemaal het aan de overledene toegekende pensioen, uitbetaald aan de persoon of personen, die daarvoor naar het oordeel van Onze Minister op billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt, dan wel komen, mits deze daartoe binnen zes maanden na het overlijden een verzoek bij Onze Minister heeft, dan wel hebben ingediend.
Onze Minister is bevoegd de uitkering op een lager bedrag vast te stellen.
3.
De uitkering wordt betaalbaar gesteld in de maand volgende op die, waarin waarin een verzoek daartoe is ingediend.